Als je een beetje om je heen kijkt heb je vast gemerkt dat vegan/plantaardig eten steeds bekender en populairder wordt. Het is uiteraard geen geheim dat ik een flinke voorstander ben van plantaardig eten en dit op ‘Een Beetje Groener’ ook uitdraag.
Alle recepten die je hier kan vinden zijn namelijk gemaakt zonder dierlijke producten, maar zijn er qua smaak niet minder om!
Maar waarom vind ik dit eigenlijk zo belangrijk? Ga er even goed voor zitten!
In dit artikel laat ik je graag in willekeurige volgorde zien wat (voor mij) de drie redenen zijn om te kiezen voor plantaardig eten.
Gezondheid

De eerste reden is je eigen gezondheid. Dit is voor mij de reden dat ik ben begonnen met een volledig plantaardig eetpatroon. Ik wilde gewoon gezonder leven en had niet het idee dat dierlijke producten veel voor mij deden.
Laten we voorop stellen dat geen dierlijke producten eten níet automatisch betekent dat je een gezond eetpatroon hebt. Helaas! Er zijn immers ook vegan producten zoals mayonaise, ijs, koekjes (Oreo’s!), taart, slagroom en kaas, die wel heel lekker zijn, maar niet direct gezond. Ook daar kan bijvoorbeeld suiker en olie aan toegevoegd worden. Voor af en toe is dat natuurlijk prima, want hoe lekker is het dat je gewoon nog steeds je favoriete snacks kunt eten? Ik gebruik deze producten af en toe ook! Maar echt op Oreo’s en naturel chips leven, ookal is het plantaardig, doet natuurlijk niemand goed.
Toch gezonder..
Toch blijken vegetariërs en vooral veganisten over het algemeen minder voeding gerelateerde ziektes te hebben. Ze hebben een aanzienlijk kleinere kans op hart- en vaatziekten, overgewicht, diabetes type 2, een hoge bloeddruk en enkele soorten kanker, zoals darmkanker en prostaatkanker. Ze blijken gemiddeld vaak wat langer te leven, in betere gezondheid. Alleen dat klinkt al goed, toch?
Het is inmiddels wel bekend dat verse groenten, vers fruit, noten, zaden, hele granen, linzen en bonen goed voor je zijn. Deze natuurlijke en onbewerkte producten bevatten veel vitaminen, mineralen, vezels en juist weinig verzadigd vet. Dit zijn de zogenaamde ‘whole foods’. Over het algemeen krijgen mensen met een plantaardig eetpatroon hier meer van binnen en hebben ze een gevarieerder eetpatroon. Dat is ook niet vreemd, want als je dierlijke producten weg laat, wil je vaak wel wat extra’s toevoegen. Bijvoorbeeld een portie bonen, noten of extra groenten. Dat terwijl het merendeel van de mensen in Nederland zonder plantaardig eetpatroon vaak te weinig groenten en fruit eet (250 gram groenten en 200 gram fruit is het dagelijkse minimum) en juist te veel verzadigd vet eet (flink aanwezig in dierlijke producten).
Tekorten?
Kom je dan niets tekort? Nee hoor, dat hoeft zeker niet! Je kan alle voedingsstoffen die je nodig hebt (jep, ook eiwitten, omega-3 vetzuren, calcium én ijzer) uit een gebalanceerd plantaardig eetpatroon halen. Natuurlijk kan je tekorten oplopen als je niet gevarieerd eet, maar dat geldt voor elk eetpatroon, ook als je dierlijke producten eet. Varieer je voldoende in je plantaardige maaltijden, eet je niet te weinig en is je lichaam in staat om voedingsstoffen goed op te nemen? Dan zit je al gauw goed.
De enige uitzondering is vitamine B12. Vroeger zat vitamine B12 gewoon in de grond, waar het door bacteriën werd aangemaakt. Maar aangezien onze grond een stuk armer is geworden en onze groenten brandschoon in de winkels liggen, is dit helaas geen goede bron meer. Soms wordt vitamine B12 toegevoegd aan plantaardige producten, maar vaak is dit onvoldoende. Vitamine B12 dien je dus als supplement erbij te nemen.
Is dat dan niet onnatuurlijk? Niet echt. Wist je dat meer dan driekwart van alle vitamine B-12 supplementen die wereldwijd gemaakt worden, naar de vee-industrie gaan? Ook dieren krijgen namelijk vaak te weinig vitamine B12 binnen en maken het onvoldoende zelf aan. Een supplement is dus niet onnatuurlijker dan het eten van dierlijke producten. In plaats van het dier als tussenpersoon te gebruiken, neem je het supplement zelf. Kleine moeite, groot plezier!
Vind je het lastig om je maaltijden te variëren of wil je zeker weten dat je op alle vlakken een goed en gezond plantaardig eetpatroon hebt? Ga dan eens langs een plantaardig diëtist. Vaak wordt dit gewoon vergoed vanuit je zorgverzekering. Ook zijn er goede boeken verkrijgbaar met voldoende informatie. Zelf heb ik veel gehad aan de boeken ‘De Vegarevolutie’ en ‘Vegan Vibes’ van diëtist Lisa Steltenpool. Het zijn boeken met wat minder recepten, maar juist wel met veel informatie over wat je nodig hebt en waar dat in zit, met een voorbeeldmenu erbij. Aanrader!
Uit eigen ervaring kan ik je vertellen dat een plantaardig eetpatroon verre van saai is. Er is zoveel mogelijk! Natuurlijk zal je in het begin even je draai moeten vinden, maar voor je het weet grijp je in de supermarkt naar plantaardige producten alsof je nooit anders hebt gedaan. Kies je voornamelijk voor de gezonde ‘whole foods’, dan zullen je maaltijden een stuk gezonder, smakelijker én kleurrijker worden. Je zal je lekkerder in je vel voelen. En wees gerust, je kan nog steeds je favoriete gerechten blijven eten, zoals lasagne, risotto, noedelsoep of Thaise curry. Je hoeft niets te missen. Je kan heerlijk eten, terwijl je weet dat het ook nog eens gezond voor je is. Ideaal!
Voor de dieren

Wil je het niet voor jezelf doen? Doe het dan voor dieren. Ondanks dat Nederland absoluut voorop loopt met regels omtrent dierenwelzijn in vergelijking met andere landen wereldwijd (waar soms helemaal géén regels zijn), komt het er nog steeds op neer dat dieren gebruikt en gedood worden voor ons voedsel.
Geen cijfers, maar levende wezens met hun eigen unieke eigenschappen
In Nederland worden er volgens het CBS elke dag meer dan 1,7 miljoen dieren geslacht. Vissen zijn hier niet bij opgeteld. Ook dieren die eerder sterven dan tijdens de slacht of die niet interessant zijn voor consumptie maar tóch gedood worden (haantjes in de ei-industrie bijvoorbeeld) zijn hier niet bij opgeteld. Het uiteindelijke aantal ligt dus vele malen hoger dan 1,7 miljoen dieren per dag. Dit zijn echter niet zomaar ‘aantallen’, maar stuk voor stuk levende wezens.
Dieren die niet heel anders zijn dan je eigen hond of kat. Als ik even kijk naar mijn eigen huisdier, dan moet ik soms enorm lachen om zijn maniertjes, streken en nieuwsgierigheid. Ik weet dat jouw huisdier weer andere trekjes heeft, en zo heeft elk dier zijn eigen unieke persoonlijkheid. Niet alleen katten en honden, maar koeien, kippen, varkens en schapen net zo goed. Ze zijn uniek, net als mensen.
Ondanks dat we uniek zijn, zijn we toch ook hetzelfde. Dieren kunnen blijdschap, verdriet en angst voelen en pijn ervaren. Net als wij. Ze kunnen raadsels oplossen, verbanden leggen, op onderzoek uitgaan en bepaalde dingen herinneren. Net als wij. Ze kunnen een familieband opbouwen, vriendschappen aangaan en voor hun kinderen zorgen. Ook net als wij. Mensen en dieren hebben uiteindelijk meer overeenkomsten dan verschillen. Dat geldt niet alleen voor onze huisdieren, maar voor alle dieren. Een kat is niet anders dan een kip en een hond is niet anders dan een koe.
Gek op dieren
Persoonlijk heb ik dieren altijd heel leuk gevonden. Ze zijn leuk, lief, grappig, nieuwsgierig, goed van vertrouwen en onschuldig. Ik kan uren kijken naar dieren en me afvragen wat er toch in ze om zou gaan. Ze doen me soms denken aan kleine kinderen maar soms ook gewoon aan mezelf! Ik zou nooit een dier pijn willen doen of willen doden. Nu niet, maar ook niet voordat ik veganist werd. Ik denk dat veel mensen zich hier in herkennen. Het is niet voor niets dat we kinderen leren dat ze lief moeten zijn voor dieren en dat we zelf heel betrokken zijn bij het welzijn van dieren. We doneren aan organisaties die zich inzet voor wilde dieren aan de andere kant van de wereld, zetten ons in voor verwaarloosde huisdieren in Nederland, voeren vogeltjes in onze tuin bij in de winter, en passen graag op de kat van onze buren. Kortom, we hebben veel liefde en compassie voor dieren.
Toch hebben we ergens onbewust een keus gemaakt dat sommige dieren recht hebben op een pijnvrij, lang en gelukkig leven en sommige dieren niet. voor mij voelt dat heel gek. Is het dan niet vreemd dat we het ene dier kunnen vertroetelen en liefhebben en dat we het andere dier kunnen gebruiken en doden?
Ik denk dat de meeste mensen, waaronder ikzelf toen ik nog geen veganist was, hier liever niet te lang bij stil staan. We praten er liever niet over, horen er liever niets over en zien liever niets. Dat we door vlees, melk en eieren te kopen bijdragen aan het pijn doen en doden van dieren matcht totaal niet met onze waarden: liefde, compassie, geweldloosheid.
We willen niet weten wat er in slachthuizen gebeurd, omdat we diep van binnen weten dat we het afschuwelijk zouden vinden. Liever houden we onszelf dus voor dat een dier een goed leven heeft gehad, dat het dier snel en met respect wordt gedood en geen pijn, angst of stress ervaart. We willen niet weten dat een kalf bij zijn of haar moeder wordt weggehaald zodat wij de moedermelk kunnen gebruiken voor onze kaas en yoghurt. Liever geloven we dat een koe melk ‘geeft’, speciaal voor ons. We willen niet weten dat haantjes in de ei-industrie direct na geboorte gedood worden. Liever denken we dat alle eieren van blije kippen komen die slechts sterven van ouderdom. Dat is in elk geval wat ik mezelf voorhield. Wat producenten van dierlijk voedsel mij voorhielden en wat ik maar al te graag wilde geloven. Want in mijn hoofd kon het niet kloppen dat ik, als dierenliefhebber, zou bijdragen aan dierenleed.
Uiteindelijk zorgt deze worsteling in ons hoofd voor een totaal gebrek aan connectie met wat er op ons bord ligt. We weten natuurlijk best wel dat een een worstje van een varken komt en melk van een koe. Maar we vergeten dat vlees simpel gezegd een lichaamsdeel van een dier is. Dat koemelk borstvoeding is die een koe graag aan haar pasgeboren baby geeft.
Een andere focus
De afgelopen jaren zijn we vooral druk geweest met het verbeteren van het welzijn van dieren die voor consumptie gehouden worden. We willen niet dat ze lijden, dus proberen we om de situatie beter te maken. We stellen keurmerken op en nemen wetten aan. Maar de vraag is, voor wie doen we dit? Helpen we een dier, dat niets liever wil dan in vrijheid en rust leven, er écht mee? Of proberen we ons eigen geweten te sussen?
Zelfs als een dier het meest luxe leven gegund is, met alle ruimte en vrijheid in de wereld (ookal is de realiteit echt anders): is het dan acceptabel om een dier te doden (of iemand anders het voor ons te laten dodden), terwijl er geen absolute noodzaak voor is? Er is immers al bewezen dat we kunnen overleven op een plantaardig eetpatroon. Dieren dood maken voor voedsel is in de meeste delen van de wereld dus geen noodzaak meer, maar een keuze. Dan vraag ik me af: moeten we de keus hebben om levende wezens dood te maken, gewoon omdat we dat willen? Het feit dat ze niet kunnen praten of niet terugvechten is wat mij betreft geen vrijbrief om met ze te doen wat wij willen. Horen we niet op te komen voor degenen die dat zelf niet kunnen?
Mij is vroeger altijd geleerd dat je een ander dient te behandelen zoals je zelf behandeld wil worden. Nog steeds vind ik dat een mooi streven. Echter niet alleen voor mijn medemens, maar voor al het leven om mij heen. Door plantaardig te eten kan ik hier meer vorm aan geven. Ik geloof niet alleen in waarden zoals compassie en gerechtigheid, maar ik probeer het ook zo goed als mogelijk uit te dragen met de keuzes die ik maak.
Hoewel ik ben begonnen met plantaardig eten voor mijn eigen gezondheid, is deze reden uiteindelijk net zo belangrijk geworden. Misschien eigenlijk nog wel belangrijker, omdat het me heeft laten nadenken over wie ik ben, waar ik in geloof en waar ik voor sta.
Milieu

Last but not least: het milieu! Als je kiest voor plantaardig eten, draag je bij aan het verminderen van milieuproblemen en het bestrijden van klimaatverandering. Ben jij dus al lekker milieubewust bezig? Dan valt er wellicht nog winst te behalen in je eetpatroon!
De wereldwijde vee-industrie heeft namelijk een beste impact op het milieu.
Het eten van dieren is eigenlijk heel onpraktisch. Voordat dieren geslacht worden gebruiken ze grote hoeveelheden water en voedsel zoals graan, mais en soja (een koe eet rustig 50 kilo per dag!). Een melkkoe, die langer leeft dan een vleeskoe, gebruikt zelfs nog meer. Er is land nodig om de dieren op te houden, maar er is ook land en water nodig om hun voedsel te verbouwen.
Er wordt vaak aangevoerd dat dieren de resten van menselijk voedsel opeten, en deels is dat zeker waar. Maar gezien er 65 miljard dieren élk jaar wereldwijd worden geslacht, terwijl er maar 8 miljard mensen op deze planeet leven (waarvan een deel eigenlijk nog steeds honger lijdt), is het duidelijk dat de dieren niet alléén van onze resten leven. Er is veel grond nodig om veevoer te verbouwen, wat vaak gebeurt in armere delen van de wereld, zoals Zuid-Amerika. Voor die grond worden bossen en oerwouden gekapt, het leefgebied van talloze diersoorten. Onder aan de streep kost een boerderijdier meer kostbare grondstoffen dan dat het uiteindelijk aan voedsel oplevert.
Het zou dus logischer zijn om plantaardig voedsel niet aan dieren te geven, maar om er mensen mee te voeden. Wij eten immers geen 50 kilo per dag en zijn niet met 65 miljard soortgenoten. Als iedereen plantaardig zou eten, zou er minder water en minder land nodig zijn, waardoor er meer ruimte zou zijn voor iets anders dan akkers en weilanden. We zouden bijvoorbeeld weer meer bomen kunnen planten, waardoor de biodiversiteit weer zal toenemen. Dieren die nu op het punt staan van uitsterven, zouden misschien weer ruimte krijgen om zich voort te planten.
Naast het verbruik van grond, water en voedsel, is er nog het probleem met uitstoot van stikstofoxide en methaan, waarbij de uitstoot van methaan het meest schadelijk is. Volgens de VN is de vee-industrie wereldwijd verantwoordelijk voor meer uitstoot dan de hele transportsector. Ook inclusief vliegtuigen en schepen. Behoorlijk heftig!
Laat je dus wat vaker je auto staan voor het milieu? Geen dierlijke producten eten is misschien nog wel effectiever (of doe het allebei, win-win!).
Biologisch gehouden dieren gebruiken meer land en stoten meer uit omdat ze wat langer leven. Viskwekerijen en garnalenkwekerijen doen het overigens niet veel beter, zij stoten zelfs nog meer methaan uit dan de vee-industrie. Daarnaast heeft de visserij een aanzienlijke bijdrage in de vervuiling van de oceaan (netten, vislijnen, touwen en plastic verpakkingsmateriaal). Ook in Nederland is bijna 50% van al het afval wat aanspoelt afkomstig van scheepvaart en visserij.
Tot slot hebben we last van een mestoverschot. Een deel van die mest kan prima gebruikt worden om plantaardig voedsel te verbouwen, maar een groot deel blijft over. Dat klinkt onschuldig, maar het kan zorgen voor bodemverzuring en verontreiniging van water en grond.
Kortom, meer dan genoeg redenen waarom een plantaardig eetpatroon een duurzamere keuze is. Natuurlijk zijn er ook plantaardige producten die minder duurzaam zijn. Bijvoorbeeld bananen, avocado’s en amandelen die van ver komen. Ook daar valt veel te verbeteren. Toch blijken zelfs deze producten minder schadelijk voor het milieu te zijn dan dierlijke producten.
Zijn alle wereldproblemen opgelost als we met zijn allen plantaardig gaan eten? Nee, helaas. Ook als iedereen plantaardig eet zullen we met zijn allen een bepaalde impact hebben op het milieu. Daarnaast zullen andere problemen zoals voedselverspilling nog steeds aangepakt moeten worden. We kunnen het helaas nooit perfect doen. Maar dat de huidige manier van voedsel produceren op de lange termijn niet werkt, is duidelijk.
Tot slot..
Ik besef me dat het eten van dieren een heel gevoelig onderwerp is. Het zit zo verankerd in wie we zijn en wat we doen, dat het moeilijk of zelfs onmogelijk lijkt om een omslag te maken. En dat snap ik helemaal. Ook ik heb jarenlang genoten van kaas, eieren, vis, ijs en af en toe wat vlees zonder me van enig kwaad bewust te zijn.
Ik heb me pas na bijna 30 jaar verdiept in de gevolgen van mijn eetpatroon. die gevolgen zijn het me uiteindelijk niet waard.
Maar het mooie is, we hebben nu in elk geval de keus om voor een andere aanpak te kiezen. Vroeger hadden we die keus niet, dan mislukte er wel eens een oogst of kon er niet genoeg verzameld worden en móesten er wel dieren gedood worden om simpelweg te kunnen overleven. Gelukkig hebben vrij veel mensen op de wereld nu wel een keus. Zeker in Nederland, waar het aanbod enorm is en plantaardig eten helemaal niet duurder hoeft te zijn dan het eten van dieren.
Elke maaltijd is in feite een keus, en dat is superfijn, want je kunt dus bij elke maaltijd laten zien wat je belangrijk vindt!
Persoonlijk ben ik nog gevarieerder en lekkerder gaan eten sinds ik plantaardig eet en ben ik creatiever in de keuken. Ik verbaas me regelmatig over wat er allemaal te krijgen is aan plantaardige opties, maar ook hoe enorm lekker je kan koken met heel simpele producten zoals groenten, fruit, noten en granen. Daarnaast voel ik me zoveel relaxter en meer in lijn met mijn normen en waarden nu ik geen dieren meer eet.
Zoals je merkt ben ik dus super enthousiast en kan ik het iedereen aanraden.
Ga jij het ook proberen? Lees dan eens mijn artikelen over hoe je plantaardig/vegan kan eten op een gezonde manier en hoe je dierlijke producten kunt vervangen door plantaardige/vegan producten. Daarnaast vind je op Een Beetje Groener natuurlijk talloze lekkere recepten terug, die allemaal gemaakt zijn zonder dierlijke ingrediënten!
Wil je nog meer informatie, recepten en tips? Schrijf je dan in voor de Veggie Challenge (kijk hier)! Hierbij daag je jezelf uit om 30 dagen lang veganistisch (plantaardig), vegetarisch of (als instap) een paar dagen per week geen vlees te eten.
Een geweldig voornemen voor 2021! Je krijgt na inschrijving elke dag gratis tips, recepten en ondersteuning.
Wil je nog meer tips (boeken, documentaires, sprekers, producten, restaurants, noem het maar!) of kom je ergens niet uit, vraag het me gerust! En wie weet ga je, net als ik, gewoon door omdat het zo goed bevalt.
Geef een reactie